Wanneer uw kind zover hersteld is dat het geen intensieve zorg meer nodig heeft, wordt het overgeplaatst naar de High Care of Medium Care afdeling. Dit kan ook naar de couveuseafdeling van een ziekenhuis in uw directe woonomgeving. Vaak kost het enige tijd om vertrouwd te raken in het nieuwe ziekenhuis. Of de tijd is aangebroken dat uw kind naar huis mag. De verpleegkundige bereidt u voor op dit ontslag en zorgt ervoor dat u uw kind zelfstandig kan verzorgen.
Als uw baby eenmaal mee naar huis mag bespreken wij dit met u. Uw huisarts en de wijkverpleegkundige informeren wij schriftelijk over wat er met uw baby in het MUMC is gebeurd. De wijkverpleegkundige van de Jeugd Gezondheidszorg (JGZ) kan in de thuissituatie nog adviezen geven en vragen beantwoorden.
Zodra de kinderarts de ontslagdatum heeft vastgesteld, hoort u dit van ons. Als uw baby met ontslag gaat krijgt u de volgende informatie mee :
- Het ontslagformulier met daarop vermeld de soort voeding en het voedingsschema.
- Een afspraak met de kinderarts op de polikliniek.
- Zonodig recepten voor medicijnen.
De JGZ neemt telefonisch contact met u op tussen de 2 en 4 dagen na ontslag.
Ook wordt u enkele dagen na ontslag door de verpleegkundige gebeld, om te informeren hoe het thuis gaat en of u nog vragen heeft omtrent de verzorging van uw baby.
In bepaalde gevallen is het mogelijk dat u gebruik kunt maken van de couveuse nazorg. Dit betekent 4 dagen thuishulp van 3 uur per dag. De gespecialiseerde kraamverzorgende maakt u vertrouwd met de dagelijkse verzorging van uw kind en helpt u op weg tijdens de eerste dagen dat uw kind thuis is.
Enkele adviezen en tips die voor u en uw kind van toepassing kunnen zijn in de thuissituatie.
-
Het is belangrijk om op vaste uren voeding te geven en een regelmatige ritme voor het slapen gaan. Vermoeiende reizen, familiefeesten en andere activiteiten die het dag- en nachtritme verstoren, kunnen het best zo veel mogelijk vermeden worden.
-
De temperatuur in de kamer maximaal tussen de 18°C en 20°C houden. Het is belangrijk dat u de eerste dagen thuis de temperatuur van uw kind in de gaten houdt. Een temperatuur tussen de 36.7 en 37.4 graden is goed. Wanneer de temperatuur van uw kind aan de hoge kant is, haalt u een dekentje weg of kleedt u uw kind minder warm. Als de temperatuur van uw kind aan de lage kant is, kunt u bijvoorbeeld een kruik of een extra molton in bed leggen.
-
Als uw kind naar huis gaat, krijgt het meestal 7 voedingen. In geval van borstvoeding streven wij naar 8 voedingen om de borstvoeding in het begin goed op gang te krijgen.
Bij ontslag wordt (in overleg met de kinderarts) met u besproken hoeveel voeding uw kind nodig heeft. Deze hoeveelheid geldt in ieder geval tot de eerstvolgende controle bij het consultatiebureau of de kinderarts. In het ziekenhuis is uw kind wellicht gewend geraakt aan de voedingstijden van het ziekenhuis, in de thuissituatie kunt u deze tijden handhaven of langzaam aanpassen aan uw eigen dagritme. -
Krijgt uw kind borstvoeding dan mag hij in principe drinken naar behoefte. Aan de tevredenheid van uw kind merkt u snel of uw kind voldoende voeding krijgt. Let er wel op dat uw kind ± 6 plasluiers per dag heeft. Zo weet u zeker dat het kind voldoende voeding heeft binnen gekregen. Een kind dat borstvoeding krijgt, heeft meestal zachte ontlasting. Het aantal vuile luiers kan variëren van één in de zes dagen tot zeven luiers per dag. Zolang u uw kind volledig of meer dan de helft borstvoeding geeft, moet u uw kind elke dag extra vitamine K en vitamine D geven. Dit is nodig omdat in borstvoeding de hoeveelheid van deze vitaminen te laag is. Vitamine D is goed voor de botontwikkeling van uw kind en vitamine K heeft het nodig voor de bloedstolling. Deze vitaminen zijn in druppelvorm verkrijgbaar bij de drogist. U geeft de vitaminen via een lepeltje of druppelt de vitamines rechtsreeks in het wangzakje van uw kind.
-
Krijgt uw kind flesvoeding dan is het belangrijk de instructies op de verpakking te volgen. Indien er veel kalk in het water zit, laat het water dan 10 minuten koken. De voeding mag maximaal 24 uur vantevoren klaargemaakt worden en moet afgesloten bewaard worden in de koelkast. Het kan zijn dat uw kraamverzorgster u het advies geeft om de voeding per fles klaar te maken. Het opwarmen van de flessen kan met behulp van een flessenwarmer, magnetron of au-bain-marie. Controleer altijd of de voeding op de juiste temperatuur is door bijvoorbeeld een druppel voeding op de binnenkant van uw pols te laten vallen. Vanzelfsprekend moeten de fles en de speen na gebruik goed schoongemaakt worden. De fles en de speen moet u dagelijks uitkoken.
-
De baby mag buiten bij helder weer. Probeer mist en regen te vermijden. Zet de baby niet in de zon zonder parasol. Als u binnenkomt, kunt u het best wel de kleertjes weer uitdoen.
-
- Wassen met zeep is niet elke dag nodig, dit kan ook alleen met water.
- Bij een droge en schrale huid kan badolie of bodylotion worden gebruikt.
- Wanneer uw kind last heeft van luieruitslag (rode billen), kunt u het beste de plaats van de luieruitslag dun insmeren met babyzalf. Eventueel kunt u uw kind vaker verschonen.
-
Het ziekenhuis (en ook de thuiszorg) adviseert iedereen om zijn of haar kind op de rug te laten slapen. Draai het hoofdje afwisselend naar links of rechts.
-
Het is normaal dat uw baby wel eens huilt. Probeer in eerste instantie een oorzaak te vinden voor het huilen en neem, indien mogelijk, deze oorzaak weg. Verder worden baby's door koesteren bijna altijd rustig. Oorzaken van het huilen kunnen zijn:
- Honger;
- Een vieze luier;
- Er zit een boertje dwars, na de voeding;
- Darmkrampjes. dan huilt uw kind hard en hardnekkig en maakt een gespannen indruk
- Uw kind zoekt contact;
- Door een of andere reden is uw kind uit zijn doen;
- Overgang naar een ander voedingsritme of regeldagen bij borstvoeding;
- Het is te warm of te koud.